donderdag 19 mei 2011

Vanmijnlevenniemeer!

Er zijn zo van die momenten dat ge op uw stoten terugkijkt en denkt ‘vanmijnlevenniemeer!’ Dinsdag was’r zo eentje. Vol enthousiasme begon ik aan het laatste experiment voor ‘den gevreeschden blok’. Het luierzakje van haar leek me wel’n projectje voor de plastiekachtige stof die ik uit de restjesbak in den Ikea viste. Eerder deze week viste ik al een schoon kleurken biais op (tot voor kort sprak ik ‘bjee’ nog uit als ‘baajas’, valt het op dat ik methodologisch gebrainwasht ben?) en sinds dinsdag aan de slag (ja dat is lang - er moet nog gedaan worden alsof'r geblokt wordt ook). Patroontekenen is niet aan mij besteed, ’t is te zeggen – niet volgens’t boeksken. Twee latten, nen stylo en een stuk cornflakesdoos hebben mij reeds door meerdere projecten geloodst. So far – so good. 

Had ik dan eindelijk de juiste vorm voor elkaar, kom ik tot te conclusie dat ik de juiste voering (zoals ze in mijn hoofd zat) was vergeten ophalen. De wansmakelijke combinatie ligt dus aan mijn ongeduld, ik ging heus niet meer wachten tot woensdag om dan het juiste stofken te halen. Mismatchte voering derin, willen of niet! Ge zijt nen enthousiasteling of ge zijt het niet. (Ik hoor mijn moeder al scanderen:Zever! Ge zijt nen ongeduldigaard! Ik moet haar gelijk geven.)

Dan begint het echte werk. Biais. Ik begin waarempel te huiveren elke keer ik het woord hoor. Hoe schoon en proper dat ook allemaal is, begin der maar eens aan, MET DE HAND. Principes overboord gooien leek nog nooit zo makkelijk.

Vanmijnlevendusmeer dat ik nog biais met de hand aan iets bevestig. Ook mijn engelengeduld en mijn bricolagekunsten blijken begrensd. Sewing really brings up the best in me. Sure. Maar niet met biais.
Het voorlopige resultaat, zoals ik het graag beter had gehad, kan U hieronder aanschouwen. Au fond ben ik tevreden. Maar hiervoor verwijs ik alweer graag naar het lage niveau van de lat der verwachtingen.





Na den blok – nu niet, ik mag naaien nu echt niet NOG leuker gaan vinden, er moeten nog’n paar joekels van cursussen naar mijn grijze cellen verhuizen, en nen verhuis, da’s veel werk- zal ik hier een noodkreet posten in de hoop een ziel te vinden die aan koppeltherapie wil doen met mij en Moeders Masjien. Vreent gezellig. Met koekskes en nen  zachten sofa en al. Wanna join?

À Bientôt,
Sieselaajn.

Ps: heeft er iemand ervaring met het strijken van plastiekaanvoelendeikeastofkens? Zoals ge ziet is het projectmatig nogal gekreukt geraakt...

maandag 16 mei 2011

Cum Laude

Ik ben een modelstudent. Dat is toch wat mijn grootouders graag over mij geloven en vervolgens met veel liefde verspreiden. U begrijpt dus welke druk er elke maandagochtend op mijn schouders ligt, telkens ik tijdens de hoorcolleges tevergeefse pogingen doe om de behandelde materie uitermate boeiend te vinden.

Maar ’t is al van dat. Ik had het verwacht, maar niet zo snel. Ik zit in de les –ja, ik heb een laptop mee naar de les en ja, dat is verdomd handig – en ik denk aan den blog. Er komt nog verdomd veel bij kijken, bij den blog. Layouts. Lettertypes. Codes waar ik nog nooit iets van gehoord had. Ik wijk dus af. De les is 8 minuten ver.

Mijn oprechte excuses aan de prof die verdomd lang heeft gestudeerd om nu zijn klapken te mogen doen, maar U boeit mij niet. ’t Is eigenlijk heel simpel. Ge hebt in’t begin van’t semester gezegd dat er in juni geen examen is voor U vak. You lost me there. Die dreigende vervangingspapers dreigen niet hard genoeg. Ik spendeer mijn tijd nu liever met het zoeken naar nieuwe ideetjes om mijn naald en draad en stofkes boven te halen. En U hoeft de vorige zin niet nog eens te lezen. Ik werk inderdaad niet met een naaimasjien. Ik heb een soort lineaire verhouding met het niet-functioneren van mijn moeders naaimasjien. Hoe enthousiaster ik over een project ben, hoe enthousiaster dat masjien dienst weigert.* Omdat ik op mijn beurt weigerde mijn kinderlijke vreugde omtrent nieuwe ideeën te laten kelderen, verzon ik ter plekke mijn slagzin. ‘Sewed by Hand, Stuffed with Love.’ Dat eerste is zo klaar als pompwater. Dat tweede is een beetje corny, I know. Het werkt nu eenmaal bij toekomstige moederkes die oeeh-en een aaah-en bij wat ik fabriceer. Het klonk gewoon leuk.

Maar genoeg geleuterd nu. Misschien moet ik me maar eens gaan bewijzen. Verwacht geen Zsazsajaanse taferelen, ik ben een beginner - cum laude. Maar aangezien ik verwacht dat op z’n minst één van jullie op termijn medelijden met me krijgt en mij vervolgens overspoelt met praktische tips, kan ik er in afwachting maar op losbloggen. Een eerste blik op mijn verwezenlijkingen kan U hier vinden.

À bientôt,

Sieselaajn.
* Ondanks het feit dat ik bijzonder trots ben op mijn gehandnaai, ben ik toch nog steeds geïnteresseerd in een wapenstilstand en de daaruit volgende samenwerking met moeders masjien.

Nous sommes parties!

Ge moet niet op zoek naar de gemiste ‘annonce’ in de weekendkrant, er vloog geen vliegtuig over uw dak met een spannende aankondiging aan de staart, en evenmin zal de man uit uw dromen U op een subtropisch  – en uiteraard onbewoond- eiland hebben gewaarschuwd.

Toch is het zover. Ik begeef mij in Blogland. Gezien ik van het gierige type ben en ge zonder veel tolwegen aan de grens geraakt, heb ik mijn vakantie voor dit jaar geboekt. Ik heb lang genoeg in de reisgidsen gebladerd. Avonden lang reeds waan ik mij schaamteloos in Uw levens. ’t Werd dus tijd om zelf de exhibitionistische mantel  die mijn bezigheden omhuld, open te gooien. 

Ik waarschuw U graag bij voorbaat. Onder mijn mantel is niets te vinden dat een ander al niet heeft/had of zal hebben. Maar ik ben niet voor uitgebreid kennismaken, eerder van de lichting ‘val-eens-met-de-deur-in-huis’. Mede hierdoor geef ik U hieronder een paar (compleet waardeloze) facts mee.

  • Ik ben een vrouw. Maar dat wist U al. Mannen in blogland zijn eerder schaars en houden zich bovendien niet bezig met wat ik hieronder zal produceren.
  • Ik noem mijzelf graag een vrouw. Ik heb 2 borsten, een baarmoeder en een uitgebreide collectie bodymilk. En schoenen. En afwas. En kwijtgeraakte oorbellen. Of dat van mij een vrouw maakt, laat ik aan U over. Ongeacht Uw bescheiden mening streel ik mijn ego dagelijks door mijzelf als een vrouw te (laten) behandelen.
  • Ik heb een hekel aan mensen die verkleinwoordjes in hun dagelijks vocabularium hebben opgenomen. Ik gebruik niets dan verkleinwoordjes als ik de koters van mijn vriendinnen aanspreek. Ik corrigeer diezelfde koters op hun verkleinwoorden-gebruik eens ze zonder bavet eten. 
  • Ik deel het bed geregeld met Zijne Koninklijke Hoogheid. Dat gaat goed zolang Zijne Koninklijke Hoogheid zijn onderste ledematen ter beschikking stelt als kussen voor die van mijn. Onder het mum ‘goed voor mijn rug’ zwier ik nacht na nacht gladjes mijn been over de scheidingsgrens tussen zijn en haar deel van de matras. Ik vervang Zijne Koninklijke Hoogheid even schaamteloos door een stijlloos, worstvormig kussen tijdens zijn regelmatige afwezigheden.
  • Ik studeer nog. Ik hoor nog te studeren. Ik doe mijn best nog te studeren. Ik lieg mezelf wat voor als ik zeg dat ik mijn best doe om nog te studeren. Ik doe het toch. Het werkt.
  • Ik werk ook. Soms. Als ik goesting heb. Of als er baby’s zijn die zin hebben om geboren te worden.
  • Zijne Koninklijke Hoogheid en ikzelf doen een poging een huis te renoveren. We zijn intussen masters in 'den afbraak'. 'Den opbouw' vergt nog wat tijd. En goesting. En handigheid.
  • Ik ben persoonlijk verantwoordelijk voor de dalende kijkcijfers van eerder welgesmaakte tv-programma’s. Ik ontdekte naald en draad en hun combinatieleer. Hoewel ik een prutsende beginner ben, oogst ik toch reeds kleine porties voldoende. Het helpt natuurlijk dat ik nooit veeleisend voor mezelf ben geweest.
Verder bent U voorlopig vrijgesteld van verdere ‘faits d’hivers’ ten huize Sieselaajn. Mocht U toch een ticketje willen voor de eerste rij: U kent het adres.

A bientôt,
Sieselaajn.