Daar lag ik dan.
Een klein warm, nat mensje op m'n bibberende lijf. In mijn zetel. Helemaal ondersteboven door de oerkracht die mijn lijf zomaar ergens vandaan toverde. Zeven uur en achttien minuten en hup, ik werd moeder.
Onvoorwaardelijke liefde voor iemand die je nog nooit hebt ontmoet, ik vind dat een straf gegeven. Maar God (en ja, voor één keer past dat hier wel), hoe week word ik bij elke blik op dat kleine ventje…
Een klein warm, nat mensje op m'n bibberende lijf. In mijn zetel. Helemaal ondersteboven door de oerkracht die mijn lijf zomaar ergens vandaan toverde. Zeven uur en achttien minuten en hup, ik werd moeder.
Onvoorwaardelijke liefde voor iemand die je nog nooit hebt ontmoet, ik vind dat een straf gegeven. Maar God (en ja, voor één keer past dat hier wel), hoe week word ik bij elke blik op dat kleine ventje…
Astor Hannes Miel
Negentien oktober tweeduizendveertien