donderdag 21 juni 2012

Die Nelson.

Poespoespoespoeeees...








Ha! Daar zijt ge.

Meet Nelson. Nelson is die dikke kater van mij. Dik - dat hoort hij eigenlijk niet graag. Hij beschouwd zichzelf liever als zijnde 'goed voorzien'. Goed voorzien als in 'alle katloze buren zover krijgen dat ze in de Colruyt ook nen zak Friskies in hun kar gooien.' Zo voorzien dus.



Nelson komt aan de bak als binnen-buitenkat. Dat kan hij goed en daarover hebben wij een goede verstandhouding. De afspraak is dat Nelson bescheiden miauwt als hij binnen of buiten wil. Dat hebben we destijds misschien iets te vroeg afgesproken, want hij is qua stem ergens blijven hangen in zijn ontwikkeling. Meer dan een  'miew' produceert hij niet. Maar we confronteren hem daar niet mee, dat lijkt mij niet kattenpsychologisch verantwoord.

Hij is in sé wel een beetje oerlui. In die mate dat hij zijn mond wel open doet als hij binnen wil, maar de klank achterwege laat. Dat geeft bijzonder vermakelijke taferelen als het vliegenraam inzit. Echt. De koning van de mime.


Eens buiten, overschouwt de keizer zijn imperium. Met de vijand op de loer, is het daar nooit echt rustig. Hij werd dan ook op jonge leeftijd verplicht zijn jachttechnieken te verfijnen.
Die starten ongeveer zo.


Vol strijdlust de vijand tegemoet. Hij sluipt als de besten, echt, ge zou hem eens in actie moeten zien. Er schort alleen wat aan de doelmatigheid. Nelson mixt namelijk niet zo met zijn habitat. Dat weet ik, dat weet U, dat weet elke vogel uit onze buurt.


Behalve het arme beest, die vaak prooiloos ten huize keert, diep van binnen  teleurgesteld en vernederd. Dan likt hij triest zijn wonden. (Of zijn poten kan ook, maar het moet wat dramatisch klinken.)



Nelson houdt niet alleen van jagen. Hij is ook een fervent natuurliefhebber. Wij durven hier wel eens fluisteren dat hij in een vorig leven vermoedelijk boomchirurg moet geweest zijn.


Hij neemt die job nogal serieus. Hij blendt eerlijk gezegd ook beter in die omgeving.

En na zo'n vermoeiende dag, komt Nelson huiswaarts. Om zijn ware aard boven te halen. Mijn kater prefereert namelijk mannen. Dat is niet zo verwonderlijk, gezien hij op jonge leeftijd van zijn eigenste mannelijkheid werd beroofd.
Dan komt hij binnen, staart omhoog en licht trillend van opwinding, en wandelt hij de zetelgalerij af. Heel secuur neemt hij de aanwezigen in zich op, en daar, waar hij het meeste testosteron ruikt, gaat hij liggen.

Maar echt. Liggen.



De Prins van de posen, de Keizer der inpalmerij.

Dikke, ruivende Nelson, ik ga U nog missen.

2 opmerkingen: